COVID-19 in 2021:
een digitaal kantelpunt
in de artsenpraktijk
De laatste tijd is er al heel wat geschreven over de vaccinatiestrategie in België. Hoe kan dit optimaal? Wie zal er eerst worden gevaccineerd? Wanneer zal men worden gevaccineerd? Over veel van deze items ben ik zeker geen expert, deze thema’s zal ik dan ook niet verder benaderen. Al is het maar omdat ze vaak leiden tot zeer hevige discussies. Ik kijk alvast even verder naar een brandend actueel thema: hoe nodig je als arts je risico populatie uit? Daarbij licht ik ook toe hoe we dit vanuit mijn eigen praktijk benaderen.
Het GMD (Globaal Medisch Dossier) staat centraal
De huisarts is de centrale persoon in het gezondheidsbeleid van de Belgen. Het medisch dossier is hier een ontzettend belangrijk instrument om te bepalen welke personen een verhoogd risico hebben op een ernstig verloop van een Covid-19 infectie.
Het lijkt me dan ook logisch dat op een bepaald moment de huisarts deze mensen zal moeten aanspreken om enerzijds te informeren over het vaccin en anderzijds uitleg zal moeten verschaffen over het verloop van de vaccinatie. Sommige doelgroepen zijn immers zeer makkelijk aan te spreken zoals de 65 plussers, de zorgverleners enz.. De uitdaging zal vooral zijn om de risicopersonen uit de actieve bevolking er uit te halen: mensen met diabetes, longziektes, immuun-deficiënte personen..
Er zijn momenteel al enkele plannen hoe dit in zijn werk zal gaan en zoals verwacht zal het EMD (elektronisch medisch dossier) hier een heel belangrijke rol in spelen. Maar hoe haal je nu de noodzakelijke data er uit? Dit is namelijk iets wat de meeste artsen nog niet gewoon zijn. Het bijhouden van een goed medisch dossier is nog iets anders dan een populatie-onderzoek te doen. Hiervoor heb je namelijk de correcte data nodig en die heeft niet iedereen.
Een praktisch voorbeeld: zet je in je dossier op een gecodeerde manier de bloeddruk, dan haal je deze er nadien makkelijk uit. Maar schrijf je de zin “De bloeddruk is 150/100 mmHg en dus iets te hoog”. Dan heeft deze zin voor jou veel betekenis, maar voor je programma kan er even goed staan “De kat is van huis en de muizen dansen”. Met andere woorden: je medisch programma kan hier niet mee om.
Nog complexer wordt het om patiënten met bepaalde aandoeningen er uit te halen. Heb je deze “gecodeerd” genoteerd, dan is dit geen probleem. Heb je dit niet gedaan, dan zal het een stuk moeilijker zijn om deze er uit te halen. Deze codering koppelt namelijk de diagnose aan bepaalde code die internationaal is afgesproken. Kort gesteld: we staan voor een moeilijke opdracht.
Lessen uit de griep
Laten we even terugkijken naar een eerdere periode dit jaar. Voor de artsen was het geen makkelijke klus om hun griepvaccinaties in orde te krijgen. Ook hier diende een juiste selectie van risicopatiënten te gebeuren. Nadien waren er problemen met de bevoorrading. Tot slot dienden al deze patiënten gevaccineerd te geraken met bewaring van voldoende afstand. Je kon immers niet alle patiënten tegelijk naar de praktijk te laten komen.
Al enkele jaren nodigen we in onze praktijk patiënten uit vanaf september. We kijken eerst welke risico patiënten een mail adres hebben, zodat we hen een gepersonaliseerde mail kunnen sturen. Via deze mail kunnen ze zich inschrijven om een voorschrift voor het vaccin te ontvangen. Patiënten die geen mail adres hebben krijgen een informatiebrief en voorschrift per post opgestuurd. Zo slagen wij er in om al enkele jaren meer dan 80% van onze risico populatie te benaderen.
In verband met de Covid-vaccinatie is het een stuk moeilijker. De informatie over wat van de huisartsen eigenlijk verwacht wordt komt eigenlijk vrij laat zodat een uitgebreide campagne al niet meer mogelijk is. In theorie krijgen we op 1 maart de tools aangereikt om onze risicopatiënten uit onze programma’s te halen. Om al deze mensen dan nog aan te schrijven zal het erg moeilijk worden.
We proberen zoveel mogelijk onze risico patiënten automatisch uit het dossier te krijgen en we informeren zoveel mogelijk op een snelle manier.
Een mailcampagne daarentegen is zeker mogelijk. Vooral omdat de populatie tot 65 jaar meestal wel over een mailadres beschikt. Deze kan je snel opstellen en op een vrij makkelijke manier versturen naar je patiënten. Op deze manier kunnen we al heel wat informatie verschaffen en kunnen we voor een deel de overlast tegengaan die wordt veroorzaakt door alle vragen die mensen hebben. Elke arts zal al wel hebben gemerkt dat zowel tijdens een afspraak, als telefonisch hier meer en meer vragen over komen.
Tot slot is er ook nog de klassieke methode: namelijk wanneer een patiënt belt of op raadpleging komt en je weet dat hij moet gevaccineerd worden, dan noteren we in een bestand zijn naam en gegevens zodat deze zeker op de lijst komt van uit te nodigen patiënten.
Lessen voor de toekomst
Het individuele benaderen van een patiënt zal het belangrijkste deel blijven van ons werk. Tegelijk zullen we in de toekomst moeten inzetten op het begeleiden van onze populatie. Covid-19 heeft bewezen dat dit nog niet vanzelfsprekend is.
Hoe kunnen we dit aanpakken zonder dat het ons uren werk kost? Want laat ons eerlijk zijn, er schiet nu al geen tijd meer over voor artsen. Een zekerheid is dat IT en een goed werkende IT infrastructuur onontbeerlijk zal zijn.