Hoog tijd voor open-source geneeskunde

Naast mijn jaren werk in de huisartsgeneeskunde heb ik ook een passie voor alles wat met technologie te maken heeft. En wat blijkt? Beide sectoren kunnen heel wat van elkaar leren. Eerst en vooral moet ik me excuseren bij diegenen die totaal geen affiniteit hebben met computers, want ik moet even een concept toelichten dat wel eens heel belangrijk voor de geneeskunde kan worden. Namelijk: open-source software.

Ooit gehoord van open-source software? Dit is software die volledig vrij kan worden gebruikt. Een hele gemeenschap werkt op die manier samen aan één product. De code voor dat programma is volledig vrij om in te kijken. Hierdoor kunnen mensen echt nagaan of software wel veilig is of meehelpen om bepaalde bugs er uit te halen.
Misschien denk je nu dat deze software dan wel inferieur zal zijn, aangezien deze ‘gratis’ is? Niets is minder waar. Vermoedelijk draaien 90% van de websites die u bezoekt op open-source software. Of kijk naar uw medisch programma: de kans is groot dat het programma gebruik maakt van database-programma’s die volledig open source zijn. Zonder deze ‘gratis’ componenten zou uw software vermoedelijk nog een pak duurder zijn. Misschien herinneren oude Medidoc gebruikers zich nog de dure Pervasive SQL licentie?

De vraag is natuurlijk hoe bedrijven economisch gezien kunnen blijven bestaan als hun programma’s vrij te gebruiken zijn. De meeste van deze bedrijven slagen erin om een winstgevend businessmodel op te zetten. Weliswaar zijn deze minder bekend dan Microsoft of Google… maar daarom zijn ze niet minder belangrijk. Ze ontvangen inkomsten uit ondersteuning, aanvullende licenties en soms ook uit donaties.

Vervolgens is deze open source technologie weer een basis voor aanvullende ontwikkeling door andere bedrijven. Kijk bijvoorbeeld nog eens naar de websites: de technologie waar deze op draaien is open source, maar alle ‘content’ is dan weer gemaakt door een ander bedrijf. Op deze manier krijg je dus een extra economische laag.

Wanneer we heel deze aanpak even overzetten naar de huidige coronacrisis en vooral de perikelen rond trage en slechte leveringen van vaccins en de moeilijke beschikbaarheid voor derdewereldlanden moeten we ons toch durven afvragen hoe dit in godsnaam mogelijk is. Deze perikelen hebben dan weer geleid naar een hele discussie over het openstellen van patenten. Het is trouwens ook niet de eerste keer dat deze discussie werd gevoerd. Herinnert u zich misschien nog het verhaal van baby Pia? Ook daar ging het over een peperduur medicijn. Het pijnlijke hierbij was dat dit medicijn voor een heel stuk was ontwikkeld met openbaar geld, waarna een medische firma dit heeft overgenomen en de ontwikkeling verder heeft gezet.

Zou het dan geen goed idee zijn om de zaken die werden op punt gezet met openbaar geld ook publiek ter beschikking te stellen? Zo kunnen zowel de openbare sector als andere bedrijven hierop verder bouwen, en krijg je eigenlijk een eerlijkere aanpak, maar ook een oplossing die mooi in het midden ligt. De incentives voor bedrijven om verder te investeren in een product blijven immers aanwezig. Wanneer zij een meerwaarde kunnen bouwen op reeds bestaande technologie kan dit voor hen nog steeds een winstgevend product opleveren.

Conclusie: Omdat de technologische sector voor iedereen belangrijk is, is hier een open-source cultuur ontstaan die mooi kan leven naast de technologische mastodonten zoals Google en Apple. Maar tegelijk maakte open source de technologie voor iedereen bereikbaar. We kunnen duidelijk stellen dat de geneesmiddelenindustrie ook voor iedereen bereikbaar zou moeten zijn, nu en in de toekomst. Open-source geneeskunde zou hier een mooi plaatsje kunnen verwerven naast de bestaande industrie.